Toen rond 1880 telefonie zijn intrede deed, was het aantal aansluitingen beperkt en zorgden telefonistes dat iemand werd doorverbonden met de persoon die men zocht. Het was niet nodig een nummer te bellen, men nam de telefoon op en de telefoniste kwam automatisch aan de lijn. Die zag immers dat ‘ergens’ een telefoon werd opgenomen. Soms was daar nog hulp bij nodig van een interne generator in de telefoon, om een belsignaal naar de centrale te sturen. Maar men sprak direct met een persoon.

Zo werd in de jaren tussen 1880 en 1920 een telefoonverbindingen gemaakt op basis van iemands identiteit. “Goedemorgen Marie, met Piet, ik wil graag spreken met Jan die nu wel in zijn groentewinkel zal zijn.” En Marie zorgde met haar menselijke tussenkomst dat dat gesprek tot stand kwam. Toen het aantal aansluitingen groeide, bleek dat de schaalbaarheid van het systeem beperkt was. Enorme aantallen telefonistes zaten achter lange schakelborden en de wachttijden en irritaties namen toe. De techniek moest met een betere oplossing komen.

Mechanische telefonistes

Telefoons hadden inmiddels wel een nummer gekregen om op de schakelborden enige logica en ordening te krijgen. En deze willekeurige nummers werden nu gebruikt om mechanische telefonistes te maken. Met een draaischijf kon het gewenste nummer worden gedraaid en de verbinding werd met relais en draaischakelaars gelegd. Mocht de verbinding niet tot stand komen, dan kwam altijd nog de telefoniste tussenbeide. Na 1920 werd dat de wijze hoe we de komende 50 jaar daarna telefoneerden. En enorme verbetering tot de eerste elektronische centrales rond 1970 werden ontwikkeld.

Met elektronica konden we de mechanische techniek vervangen. Techniek die gevoelig was voor vervuiling en slijtage. En voor ‘bugs’ . . . vliegjes die tussen de contactpunten kwamen en de verbinding saboteerden. Het bekende woordje ‘bug’ in software heeft daar zijn herkomst aan te danken. Met de komst van de elektronica werden die problemen verleden tijd en vanaf toen werkten telefooncentrales als geïntegreerde elektronische systemen die met software worden bediend.

Efficiënter

Maar sinds kort is Marie van de oude centrale weer terug. We noemen haar nu Siri en zij kan weer wat ze vroeger ook kon: “Hallo Siri, met Piet, ik wil graag spreken met Jan die nu wel in zijn groentewinkel zal zijn.” En je wordt weer ‘ouderwets persoonlijk’ doorverbonden met Piet. Zonder ook maar één nummer door te geven. Het kan zelfs efficiënter, tegen Siri hoef je niet eens beleefd te zijn en ze weet Jan wel te vinden, zonder dat je zegt waar hij zou kunnen zijn: “Siri, bel Piet,” volstaat. En zij vindt hem wel voor jou en verbindt je door.

Telefoonnummers

Eigenlijk hebben we ook geen telefoonnummers meer nodig. Als Siri moet bellen is een Apple ID voldoende om mij te vinden. Of een Google ID of anderszins. Dat we nog telefoonnummers hebben, is eigenlijk niet meer nodig. We hebben elk weer een herkenbare eigen identiteit gekregen en hebben de willekeurige nummers, die we ooit nodig hadden om de wereld te kunnen mechaniseren niet meer nodig. Ja, wellicht onder de motorkap, maar alle nummers, die uw identiteit bepalen in de informatiewereld, kent u toch ook niet meer uit uw hoofd?

Zoekmachines

U heeft een IMEI nummer (International Mobile Station Equipment Identity), een ICCID nummer (Subscriber identity module), een Wifi-adres of MAC nummer (media access control address) etc. Kortom, zonder telefoonnummer zijn uw devices in de wereld van mobiliteit prima te vinden. Telefoonnummers zijn overblijfselen uit de vorige eeuw.

En met de nieuwe search-mogelijkheden van allerhande zoekmachines is het zonder telefoonnummer absoluut niet moeilijk meer iemands identiteit te vinden om hem of haar te bereiken. In de nieuwe wereld heeft u een identiteit gekregen bij Apple, Google, Facebook of Twitter en daarmee identificeert u zich en zoekt u de contacten die u wilt..

Wie kent nog de telefoonnummers uit zijn hoofd van vrienden en bekenden, zoals dat vroeger normaal was? Toen waren we gedwongen elkaars nummers te onthouden. Maar nu hebben we weer de luxe gekregen dat techniek persoonlijk kan zijn. Met social media is de mens achter de techniek opnieuw zichtbaar en aanspreekbaar geworden. En kunnen we gelukkig de wereld van onpersoonlijke nummers eindelijk (weer) achter ons laten.

Bron: Binnenlands Bestuur